Voor de geïndividualiseerde distributievorm (GDV) geldt één terhandstellingstarief voor het geheel aan geneesmiddelen in de GDV. Apothekers mogen de prestatie niet per geneesmiddel in de GDV in rekening brengen. De KNMP vindt dat onwenselijk, zolang deze regelgeving geen onderdeel is van een breder geheel in de vorm van een nieuwe bekostiging op de middellange termijn.
Webinars
Tijdens de actualiteitensessie van 13 april en de WSO- en LOA bijeenkomst van 1 november zijn er presentaties gegeven over de GDV.
Inzet KNMP
Veelgestelde vragen
Het goede nieuws is dat het CBb in de overwegingen heel duidelijk formuleert wat nodig is voor zorgvuldige besluitvorming over wijzigingen van beleidsregels/prestaties. Dat geeft houvast voor de toekomst en een steviger positie.
Het lastige zit in wat de uitspraak materieel betekent en wat de uitspraak op korte termijn betekent. Het CBb heeft de voorlopige voorziening getroffen dat de prestatie ‘Terhandstelling door middel van een GDV (verpakking per innamemoment)’ zoals beschreven in de regelgeving voor 2023 buiten werking is gesteld en dat deze prestatie zoals beschreven in de regelgeving voor 2022 ‘herleeft’.
Wij zijn in gesprek met de NZa, ZN, softwareleveranciers en contracteerpartijen over wat dit betekent voor de situatie per 2024 en voor de situatie over 2023. Op 7 december a.s. is inmiddels op verzoek van KNMP en ZN ook formeel een technisch overleg farmacie gepland door de NZa. Dit is het reguliere overleg van de NZa met vertegenwoordigers van branchepartijen (KNMP, Aska, Napco, LHV apotheekhoudend, NVZA), patiënten/consumentenorganisaties en verzekeraars deelnemen)
Hierbij speelt ook het feit dat bij de gewijzigde prestatie per januari 2023 een duiding is gegeven door het Zorginstituut. Op basis hiervan is voor de terhandstelling van middelen buiten het verzekerd pakket geen rekening meer gestuurd aan patiënten. De vraag is wat de uitspraak betekent voor de hierbij over 2023 misgelopen inkomsten voor de apotheken en voor de situatie per 2024.
Dit is de situatie zoals we die op dit moment met u kunnen delen. We zijn dit beeld nog aan het aanscherpen met verschillende specialisten. We verwachten wekelijks een update te kunnen geven.
Lees meer over de uitspraakDe uitspraak van het CBb van 21 november 2023 over de GDV-prestatiebeschrijving van de NZa betekende dat de NZa een nieuw besluit moest nemen met inachtneming van wat het CBb heeft overwogen.
Naar aanleiding van die uitspraak van het CBb heeft de NZa op 20 december 2023 de prestatiebeschrijving aangepast. De NZa stelt zich hierbij op het standpunt dat geen sprake is van het teruggaan naar de oude declaratiemethode, maar van het teruggaan naar de oude prestatiebeschrijving (die van 2022). Daarbij heeft de NZa inmiddels het standpunt ingenomen dat de prestatiebeschrijvingsbeschikking die geldig was tot 1 januari 2023 ruimte biedt om afspraken te maken voor het geheel aan geneesmiddelen in de GDV. In het Technisch Overleg van 13 februari jl. heeft de NZa daarbij – desgevraagd – aangegeven dat die ruimte volgens de NZa al vanaf 2012 aanwezig was.
In de nieuwe declaratiemethode kunnen dan volgens de NZa (op basis van een duiding van het Zorginstituut) niet-verzekerde middelen niet ten laste van de verzekerde worden gebracht; in de oude declaratiemethode kan dit wel. Aldus de uitleg van de NZa.
Die uitleg van de NZa komt niet overeen met de uitspraak van het CBb, waarin uitdrukkelijk is geoordeeld dat met ingang van 1 januari 2023 dezelfde declaratiesystematiek geldt als voor 2022. Voor 1 januari 2023 werden er uitsluitend afspraken gemaakt per geneesmiddel in de GDV. Door het huidige standpunt van de NZa wordt onrechtmatige regelgeving niet hersteld waardoor in de praktijk het door het CBb als onrechtmatig geoordeelde declaratievoorschrift nog altijd de basis vormt voor de financiële afspraken over de GDV tussen zorgverzekeraars en apothekers.
De KNMP en de ASKA hebben daarom bezwaar gemaakt tegen de wijzigingsbesluiten van december 2023. Hiervoor zijn op 11 maart 2024 de nadere gronden ingediend. Tevens hebben de KNMP en ASKA de NZa in gebreke gesteld wegens het niet tijdig nemen van een besluit. KNMP en ASKA hebben dit kunnen toelichten in een hoorzitting van de NZa.
Naar aanleiding daarvan heeft de NZa niet alleen een besluit genomen op het bezwaar tegen de wijzigingsbesluiten van december 2023, maar ook een nieuwe beslissing op bezwaar op grond van de uitspraak van het CBb. Dit besluit van de NZa is op 16 juli 2024 gepubliceerd op het documentenplatform van de NZa: Beslissing op bezwaar KNMP 479111 en Beslissing op bezwaar KNMP-ASKA 478563, 478589. Naar aanleiding hiervan leggen KNMP en ASKA de zaak opnieuw voor aan de hoogste rechter, het CBb. Zie het KNMP-nieuwsbericht van 17 juni jl.. Het CBb heeft inmiddels laten weten de zaak versneld te behandelen. Op 10 oktober a.s. zullen de beroepen behandeld worden op een zitting van het CBb. Naar aanleiding van die zitting zal het CBb te zijner tijd uitspraak doen.
In afwachting van deze nieuwe rechtszaak, blijft de meest pragmatische oplossing dat apotheken onder voorbehoud van alle rechten bij het declareren van GDV-prestaties de huidige systemen en instellingen volgen.
Er geldt per 1 januari 2023 één terhandstellingstarief voor het geheel aan geneesmiddelen in de GDV. Daarmee mag de prestatie niet meer per geneesmiddel in de GDV in rekening worden gebracht.
Bij een budgetneutrale overgang zal dit leiden tot herverdeeleffecten tussen apotheken: apotheken met minder dan een gemiddeld aantal middelen in de rol gaan er relatief op vooruit ten koste van apotheken met meer dan een gemiddeld aantal middelen in de rol. In de praktijk zetten verzekeraars echter niet in op een budgetneutrale overgang, maar op een bezuiniging. In plaats van een stijging van de tarieven op basis van het door de overheid beschikbaar gestelde financieel kader (rekening houdend met inflatie en gewenste loonstijging), hebben apothekers inmiddels een aanbod gekregen dat de facto een daling van de tarieven betekent. Daarbij lijkt ook weinig of niet rekening te worden gehouden met verschillen in zorgzwaarte.
Daar komt bij dat verzekeraars bij de financiële kaders voor de contractering rekening houden met de uitstroom van vitamine D uit het pakket. De terhandstellingsvergoeding voor vitamine D in de GDV is door de minister volledig ingeboekt als bezuiniging. Verzekeraars gaan daarom uit van het gemiddeld aantal verzekerde geneesmiddelen in de GDV, verminderd met vitamine D.