NZa: geen nieuw besluit bekostiging GDV, KNMP opnieuw naar hoogste bestuursrechter

27 juni 2024
Opties

De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) neemt geen nieuw besluit rondom de GDV-bekostiging. De NZa ziet geen grond om partijen te verplichten terug te gaan naar de declaratiesystematiek die in 2022 en voorgaande jaren werd toegepast. De voor 2023 en 2024 gesloten contracten blijven zonder die verplichting ongewijzigd.  Dat is het gevolg van een besluit van de Raad van Bestuur van de NZa op 25 juni 2024.  

Eerder paste de NZa de prestatiebeschrijving geïndividualiseerde distributievorm aan vanwege een uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb, de hoogste bestuursrechter) op 21 november 2023. Met de uitspraak van het CBb werd de prestatiewijziging die per 2023 gold, buiten werking gesteld. Ook werd de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) opgedragen, met in achtneming van de uitspraak, een nieuw besluit te nemen. De NZa geeft nu echter aan dat het geen mogelijkheid ziet om de wijziging van de GDV-prestatie per 2023 anders te onderbouwen en te voldoen aan de motiveringsplicht. Ook niet met nader onderzoek door de NZa. Hiermee handhaaft de NZa de lijn die zij eind december 2023 al vertaalde in twee wijzigingsbesluiten. 

Opnieuw naar hoogste bestuursrechter

De KNMP vindt dat hiermee geen recht gedaan wordt aan de eerdere CBb-uitspraak over de wijziging van de GDV-prestatie. Daarom zal de KNMP de zaak opnieuw voorleggen aan het CBb. Voor de KNMP is het van belang dat het CBb spoedig tot een nieuwe uitspraak zal komen, zodat er ook voor de contracteringsronde van 2025 duidelijkheid komt. 

Nu de NZa geen nieuw besluit neemt, zal het GDV-systeem met declaratie voor ‘het geheel aan geneesmiddelen in de GDV’ in de praktijk als enig systeem blijven voortbestaan. Niet alleen in 2023 en 2024 maar ook in de jaren daarna. Verzekeraars hebben aangegeven geen reden te zien om terug te gaan naar de declaratiesystematiek die tot en met 2022 gold, als daartoe geen verplichting wordt opgelegd.  Het door het CBb buiten werking gestelde declaratievoorschrift van de NZa heeft dan zijn werking gehad en heeft dan structureel de declaratiesystematiek voor de GDV gewijzigd. Dit terwijl het CBb het declaratievoorschrift van de NZa voorlopig buiten werking had gesteld, omdat het niet gebaseerd was op zorgvuldig onderzoek en dus niet draagkrachtig gemotiveerd was. 

De KNMP verzocht de NZa eerder om te bepalen dat per 1 januari 2023 exclusief de oude vergoedingssystematiek per geneesmiddel geldt. Dit past volgens de KNMP ook het best bij de bedoeling van de door het CBb getroffen voorziening die immers toezag op herstel van de oude situatie. Dit verzoek is met het genomen besluit door de NZa afgewezen, en dus stapt de KNMP opnieuw naar de hoogste bestuursrechter.  

De KNMP houdt de leden, via een nog te volgen Q&A, op de hoogte van verdere ontwikkelingen. 

Het besluit van de NZa is op 16 juli 2024 gepubliceerd op het documentenplatform van de NZa: Beslissing op bezwaar KNMP 479111 en Beslissing op bezwaar KNMP-ASKA 478563, 478589.