Vallen is de meest voorkomende oorzaak van letsel door een ongeval bij ouderen. Iedere vijf minuten maakt een 65-plusser een val waardoor hij of zij naar de Spoedeisende Hulpafdeling van een ziekenhuis moet. Medicatiegebruik blijkt 1 van de 13 factoren op een verhoogd valrisico. Apothekers kunnen het valrisico bij ouderen verminderen door hen hierop te attenderen.

Valpreventieweek 2025
Wist je dat jaarlijks zo’n één miljoen 65-plussers vallen? Van 29 september tot en met 5 oktober staat dit centraal tijdens de Valpreventieweek. Met de communicatietoolkit Ik sta sterk van VeiligheidNL en het Ministerie van VWS kunnen ouderen bewust worden gemaakt van hun valrisico’s én ondersteund worden met praktische maatregelen.

Landelijke Ketenaanpak
Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) heeft, met ondersteuning van VeiligheidNL, een Landelijke Ketenaanpak Valpreventie opgesteld om valpreventie in de praktijk te implementeren. In de aanpak wordt ook de nieuwe Wereldrichtlijn Valpreventie (met doorvertaling naar de Nederlandse richtlijn) en het OVAST-project (Optimalisatie, implementatie en evaluatie van de ‘Valanalyse’ screening en assessment tool) meegenomen.

Tools voor de apotheker
Bekijk de relevante richtlijnen en de handreiking 'Kwetsbare Ouderen', waarin zes stappen worden beschreven om samenwerkingsafspraken te maken over de zorg en ondersteuning van thuiswonende kwetsbare ouderen binnen het werkgebied.

Valpreventie-apotheken
Op deze kaart staan apotheken die zich richten op valpreventie. Door te klikken op de kaart worden de apotheekgegevens beschikbaar. Hiermee kunnen eerstelijnszorgverleners makkelijker de samenwerking opzoeken.
Praktijkvoorbeelden ketenaanpak
Veelgestelde vragen
Het Zorginstituut heeft hierover in 2022 een duiding uitgebracht: Verduidelijking valpreventie bij ouderen | Standpunt | Zorginstituut Nederland. Die duiding geeft aan dat valpreventie bestaat uit 3 onderdelen, namelijk de valrisicotest, de valanalyse en een advies op maat om het hoog risico op vallen te verminderen of weg te nemen. Volgens het Zorginstituut kunnen de onderdelen 1 en 2 onder de verzekerde zorg vallen voor ouderen met het vermoeden op of een vastgesteld hoog valrisico. De valrisicotest hoeft niet per se door een zorgverlener te worden afgenomen. Voor onderdeel 3 geldt dat een deel van de mogelijke adviezen al verzekerde zorg zijn. Bijvoorbeeld een staaroperatie bij zichtproblemen. En bij gemeenten kan een aanvraag voor woningaanpassingen worden ingediend. Meer informatie over de rol van gemeenten vind je hier:
Valpreventie gemeente | Loketgezondleven.nl In het algemeen is de gemeente verantwoordelijk voor het opsporen van valrisico bij thuiswonende ouderen (65-plussers met laag, matig en hoog risico) en voor interventies bij mensen met een laag en matig valrisico. Meer informatie over Valpreventie als verzekerde zorg vind je in de informatiekaart valpreventie van de NZa.
In het land worden momenteel multidisciplinaire valpreventie-overleggen opgepakt. Het advies is om de integrale samenwerking regionaal en met zorgverleners in de wijk aan te gaan. Denk hierbij bijvoorbeeld aan zorgprofessionals, zoals de huisarts, wijkverpleegkundige en (geriatrie)fysiotherapeut. Dit geldt zowel voor de ketenaanpak als voor de financiering.
Belangrijk in de samenwerking: ken het netwerk, weet van elkaars expertise en competenties. Zorg voor een gedeelde visie. Het belang van het verbeteren van zorg voor kwetsbare ouderen zit vooral in het tijdig signaleren van kwetsbaarheid en goede samenwerking in de zorgketen om problemen te voorkomen. Maak afspraken over rollen, regie en overdracht naar (zorg)professionals bij de multifactoriële valrisicobeoordeling.
Op de vraag of apothekers bevoegd en bekwaam zijn om de valrisicobeoordeling uit te voeren, heeft het Zorginstituut aangegeven dat apothekers (nog) niet bevoegd en bekwaam zijn om de valrisicobeoordeling in totaliteit uit te voeren. De valrisicobeoordeling (valanalyse) behoort volgens het Zorginstituut namelijk tot de ‘geneeskundige zorg zoals huisartsen en medisch specialisten of verpleegkundigen die plegen te bieden’ zoals bedoeld in artikel 2.4 en 2.10 van het Besluit zorgverzekering (Bzv). Apothekers kunnen mogelijk wel bevoegd en bekwaam worden om de valrisicobeoordeling uit te voeren, als zij zich hiervoor aanvullend scholen. Dit geldt ook voor bijv. fysiotherapeuten. Als apothekers bevoegd en bekwaam zijn, is nog de vraag of apothekers dit gecontracteerd krijgen bij zorgverzekeraars of dat zij onderaannemer kunnen worden bij een zorgaanbieder die hier al voor gecontracteerd is.
Wanneer apothekers niet de gehele valrisicobeoordeling uitvoeren, maar een onderdeel daarvan (bijv. alleen het deel dat ziet op geneesmiddelen), dan is er de mogelijkheid hierover afspraken te maken met de hoofdaannemer (declarerende zorgaanbieder) in het kader van onderlinge dienstverlening. En verder is er natuurlijk ook nog de huidige prestatie Medicatiebeoordeling bij chronisch geneesmiddelengebruik die mogelijk als vervolgactie op de valrisicobeoordeling kan worden ingezet en al een verzekerde prestatie was.
Meer informatie over de ketenaanpak (waarbij de apotheker ook is genoemd)De KNMP neemt deel aan de Landelijke Ketenaanpak Valpreventie en werkt samen met partijen zoals VeiligheidNL, VWS en ZIN (o.a. voor Zinnige Zorg Osteoporose). Ook de Nederlandse Vereniging voor Fysiotherapie in de Geriatrie (NVFG), Het Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie (KNGF), Ergotherapie Nederland, Beroepsvereniging Verzorgende Verpleegkundigen (V&VN), Amsterdam UMC, VeiligheidNL, VWS, de belangenvereniging voor alle praktijkondersteuners (NVVPO), NHG en LHV nemen deel.