Bekijk op deze pagina de veelgestelde vragen en antwoorden over het Integraal Zorgakkoord (IZA).
Algemeen
De 14 partijen die landelijk een actieve rol spelen in de eerstelijnszorg hebben hun krachten gebundeld en samen een kerngroep geformeerd. Na een bestuurlijke kick off-bijeenkomst met onder meer de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de minister voor Langdurige Zorg en Sport zijn de partijen aan de slag gegaan.
Naast de kerngroep is er een werkgroep met zorgprofessionals. Met deze werkgroep wordt de concrete versterking van de eerstelijnszorg op het niveau van een wijk verkend; dat gebeurt aan de hand van een aantal (fictieve) cases.
De volgende partijen vormen samen de kerngroep: Actiz, InEen, KNGF, KNMP, NHG, NVAVG, Paramedisch Platform Nederland, Patiëntenfederatie Nederland, Vereniging van Nederlandse Gemeenten, Verenso, Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland, ZorgthuisNL, Zorgverzekeraars Nederland en het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
Er zijn geen middelen specifiek gereserveerd voor apothekers.
Wel zijn extra middelen beschikbaar voor de multidisciplinaire zorg (zie pag. 17 van het IZA). Die zijn mede bedoeld om naast de huisartsen ook de andere beroepsgroepen in de eerste lijn te faciliteren bij de multidisciplinaire zorg (in de regio). Circa 100 miljoen euro zal via een ondersteuningsprogramma van ZonMw beschikbaar komen voor de eerste lijn in de regio’s. Naar verwachting zal de regeling hiervoor in het tweede kwartaal van 2023 worden gepubliceerd. Doel is de regionale samenwerking in de eerste lijn aanjagen gedurende de komende jaren, waarna vervolgens via de reguliere bekostiging bestendiging daarvan zal moeten worden gerealiseerd. Het is nadrukkelijk een doelstelling om de regionale samenwerking in de eerste lijn te verbreden en echt multidisciplinair te maken. Zodra de regeling bekend is, zullen we die via een nieuwsbericht op knmp.nl publiceren.
Ook zijn er transformatiemiddelen (€ 1,4 miljard) beschikbaar voor alle partijen voor plannen die bijdragen aan de doelstellingen van het IZA. Van dit deel is € 40 miljoen geoormerkt beschikbaar voor de sector eerstelijnsverblijf/geriatrische revalidatiezorg. Onder alle partijen horen ook partijen uit het sociaal domein voor zover die onderdeel uitmaken van IZA-transformatieplannen. Tevens is uit dit deel van de transformatiemiddelen in totaal maximaal € 48 miljoen beschikbaar uit voor het onderzoeksprogramma verpleging en verzorging met focus op passende zorg, arbeidsbesparende interventies, technologie en behoud van zorgprofessionals, alsmede voor het ontwikkelen van richtlijnen en kwaliteitsstandaarden door V&VN i.s.m. relevante partijen voor alle Zvw-sectoren.
Ten aanzien van de inzet van transformatiemiddelen wordt een onderscheid gemaakt tussen de inzet via de begroting van VWS en via zorgverzekeraars (macrokader voor de zorginkoop). De transformatiemiddelen worden grotendeels toegekend via de zorgverzekeraars. Daarvan kan worden afgeweken als financiering via VWS logischer is (in de vorm van subsidie, opdracht, inzet van VWS-uitvoeringsorganisaties e.d.). Uitgangspunt is dat een zeer substantieel deel van de transformatiemiddelen via zorgverzekeraars loopt en een beperkt deel via de VWS-begroting. Ook over de mogelijkheden die dat laatste biedt, zijn we met VWS in gesprek.
In het beoordelingskader is opgenomen dat als de eerste snelle toets “succesvol is doorlopen, is er voldoende basis om het plan voor de impactvolle transformatie te gaan maken. Dit kan door de betrokken zorgaanbieder(s), zorgprofessionals en/of patiëntenorganisatie(s) gedaan worden, maar ook bij voorkeur in gezamenlijkheid met de zorgverzekeraars en mogelijk ook met gemeenten en/ of zorgkantoren. (…) De marktleider zorgverzekeraars zijn bereid om de transformatieplanontwikkeling in hun regio gezamenlijk te ondersteunen en een faciliterende en verbindende rol te spelen.
Financiële vergoeding voor het (verder) opstellen van het transformatieplan (out of pocket kosten) kan onderdeel uitmaken van het transformatieplan, mits dit van tevoren is afgestemd met de marktleider zorgverzekeraars.”
Daarnaast lopen er reeds gesprekken tussen VWS en een aantal IZA binnenring partijen voor eventuele financiële ondersteuning met een maximum van 200.000 euro, conform bestuurlijke toezegging van VWS aan de binnenring partijen. Dit kan in de regio ook benut worden voor het (in samenwerking met hun leden) opstellen van transformatieplannen. Deze regeling geldt alleen voor binnenring partijen zoals LHV, InEen, ZorgthuisNL, V&VN en de Patiëntenfederatie en niet voor de KNMP.
Meer informatie over de transformatiemiddelen is hier https://www.knmp.nl/dossiers/integraal-zorgakkoord-iza/transformatiemiddelen te vinden.
Het visiedocument eerstelijnszorg is een conceptdocument. Dit document wordt voor reactie voorgelegd aan de achterbannen van alle betrokken beroeps- en brancheorganisaties. Tegelijkertijd wordt verdere input opgehaald. Dat gebeurt tijdens regiobezoeken van de betrokken organisaties, onder leiding van het ministerie van VWS. Daarnaast wordt via het Nivel het burgerperspectief op de eerste lijn aangescherpt. Specifiek voor de openbare farmacie is dit reeds opgehaald. Op basis van de opgehaalde input wordt het visiedocument aangepast. Dat moet na de zomer leiden tot een bestuurlijk vastgestelde visie, die wordt gedragen door de betrokken partijen, waaronder de KNMP.
Vanaf 10 mei zal er een oproep subsidieaanvraag vanuit ZonMw worden opengesteld. Per zorgkantoorregio is in totaal 150.000 euro startsubsidie beschikbaar. Zodra de voorwaarden voor de subsidieaanvraag gepubliceerd zijn, zal de KNMP deze informatie opnemen in dit dossier. In aanloop daarnaartoe kunnen apothekers alvast contact leggen met regionale partners zodat na 10 mei gezamenlijk een aanvraag kan worden gedaan.
Voorbereidingssubsidie ZonMW
U sluit aan door samenwerking te zoeken met de regionale huisartsenorganisatie en VVT-organisatie bij u in de regio. Ook kunt u eventueel de ROS van uw regio benaderen, omdat deze waarschijnlijk overzicht heeft wat er in de regio gebeurt. De regionale huisartsenorganisatie en VVT-organisatie zijn in ieder geval verplichte deelnemers van een subsidieaanvraag. Het doel is echter om met zoveel mogelijk eerstelijnspartijen samen te werken. Een (regionale) apothekersorganisatie komt dus in aanmerking voor het indienen van een subsidieaanvraag, maar dat moet wel in samenwerking met huisartsenorganisaties en VVT-organisaties in uw regio. Ook moet er worden samengewerkt met de preferente/marktleider zorgverzekeraar in uw regio.
Het kan zijn dat de wijze waarop (regionale) apothekers organisaties zijn verdeeld niet hetzelfde is als dat van een zorgkantoor/regiobeeld/regioplan. Het is aan de regio’s zelf om onderling de nieuwe ‘grenzen’ te bepalen. Er is niet één mal die voor elke regio van toepassing is. Het moet duidelijk zijn welke (regionale) apothekersorganisatie onderdeel is van welke regio.
Nee, dat is niet noodzakelijk. Maar een zo breed mogelijke vertegenwoordiging is altijd goed.
De subsidie kan gebruikt worden om een organisatie te versterken door bijvoorbeeld het aanstellen van een extra persoon of functie. Met de partijen die gezamenlijke een subsidieaanvraag indienen moet wel goed worden afgestemd hoe het subsidiebudget wordt verdeeld over alle partijen.