Inzet KNMP op het dossier GDV

Opties

De KNMP vindt de herziene prestatie voor de geïndividualiseerde distributievorm (GDV) onwenselijk. De apothekersvereniging is daarom in beroep tegen de herziene prestatie voor de GDV bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb). Dit college is de hoogste rechter op het gebied van economisch bestuursrecht. De KNMP wendt zich tot het CBb nadat de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) het bezwaar tegen de herziene prestatie ongegrond heeft verklaard.

Wat de KNMP betreft heeft de NZa onvoldoende aannemelijk gemaakt dat de aangevoerde redenen, zoals deprescribing en eerlijker kostenverdeling, daadwerkelijk van toepassing zijn om tot herziening van de prestatie over te gaan. Een zelfstandige onderbouwing van de voorgestelde verandering in de bekostigingsstructuur ontbreekt. Daarnaast zijn de financiële gevolgen van het abonnementstarief voor apotheken door de NZa niet nader geanalyseerd.  

De KNMP heeft daarom eind 2020 aan de Stichting Farmaceutische Kengetallen (SFK) gevraagd om zo’n analyse te maken. Daaruit blijkt dat er (bij een budgettair neutrale overgang) herverdeeleffecten zijn tussen apotheken. Een aantal gaat erop vooruit, een aantal gaat erop achteruit. Het lijkt erop dat deze nieuwe vorm van bekostiging minder rekening houdt met de zorgzwaarte van de betrokken patiënten. Hoe het voor elke individuele apotheker uitpakt, is afhankelijk van hoe zorgverzekeraars en contracteerpartijen in de praktijk omgaan met deze toekomstige NZa-beleidsregel bij het maken van contractafspraken per 2023. 

De advocaten van de KNMP hebben inmiddels de bezwaren tegen deze herziene prestatie aangeleverd bij de hoogste bestuursrechter. Op dat niveau gaat de KNMP in beroep. Het is nu aan de Zorgautoriteit om daarop uiterlijk 25 november 2022 weer te reageren. En wanneer die stukken binnen zijn, wordt een zitting gepland. Naar verwachting is dat pas begin volgend jaar. Maar zoals eerder beschreven gaat deze wijziging van de GDV-prestatie per 1 januari al in. Dat betekent dat er in de tussentijd wel werk van wordt gemaakt om deze prestatie in de praktijk door te voeren. Denk daarbij aan wijzigingen in de ICT-systemen, maar het wordt ook onderdeel van het onderhandelingsspel tussen contracteerpartijen en zorgverzekeraars. Dat vindt eind 2022 plaats. Hoe het voor elke individuele apotheker uitpakt, is afhankelijk van hoe zorgverzekeraars en contracteerpartijen invulling geven aan deze gewijzigde prestatie. Zonder kunstgrepen is de kans echter groot dat de wijziging onevenredige gevolgen gaat hebben voor deze groep apothekers die juist de zwaarste zorg afleveren. En dan komt daar waarschijnlijk nog een effect van de uitstroom van vitamine D bovenop.

Pagina laatst bijgewerkt op 17 november 2022