Om jongeren aan te moedigen gezonder te leven, moeten middelbare scholen hun eigen personeel, leerlingen en ouders de ruimte geven om initiatieven te bedenken en uit te voeren. Dit levert oplossingen op die het beste bij hun specifieke school passen. Dat stelt gezondheidsonderzoeker Bonnie van Dongen van de Vrije Universiteit Amsterdam.
Jongeren maken volgens Van Dongen in hun tienerjaren steeds vaker eigen keuzes die invloed hebben op hun volwassen leven. Uit onderzoek blijkt dat die keuzes steeds vaker ongezond zijn. “We weten op basis van nationale en internationale gezondheidstrends dat jongeren meer suiker drinken, meer snacks eten en minder sporten”, stelt Van Dongen. “Deze ongezonde keuzes kunnen dan later in hun leven het risico op chronische ziektes vergroten.”
Draagvlak
Scholen hebben volgens haar een pedagogische taak en kunnen jongeren stimuleren om gezondere keuzes te gaan maken. Maar op zichzelf staande gezondheidsinitiatieven zijn volgens de onderzoeker moeilijk te onderhouden op de lange termijn, doordat er vaak weinig draagvlak voor is. “Iedereen op de school, dus leerlingen, personeel en ouders, moeten draagvlak voelen. Ook moet de school voelen dat de aanpak speciaal voor en met hén bedacht is, waardoor ze meer gemotiveerd zijn om actie te ondernemen.”
Van Dongen pleit ervoor dat scholen community capacity opbouwen. In plaats van dat zij éénmalige, korte initiatieven uitvoeren, kunnen scholen het beste zelf de nodige vaardigheden, systemen en structuren opbouwen en leiderschap ontwikkelen. “Daardoor creëren scholen duurzame processen om de eigen specifieke gezondheidsuitdaging op te lossen”, aldus Van Dongen.