In de KNMP-richtlijn Zorg voor patiënten met geneesmiddelen in geïndividualiseerde distributievorm (GDV) staan aanbevelingen voor de openbaar apotheker voor het verlenen van zorg aan patiënten met een GDV zoals een medicatierol. De richtlijn gaat onder andere in op het signaleren van ordeningsproblemen, het includeren en het begeleiden van mensen met een GDV.
Kernaanbevelingen
Farmaceutische zorg GDV bij patiënten in staat tot zelfmanagement
- Wees waakzaam bij de begeleiding van de patiënt met zijn geneesmiddelgebruik op signalen van zich ontwikkelende ordeningsproblemen.
- Houd bij de analyse en afhandeling van ordeningsproblemen allereerst het zelfmanagement van de patiënt in stand.
- Houd na het besluit om GDV te gaan starten een intakeprocedure en stel vervolgens een individueel zorgplan op.
- Draag zorg voor de aanvraag van voorschriften voor de medicatie in GDV bij de voorschrijver(s).
- Vermijd zoveel mogelijk bij het tussentijds wijzigen het handmatig toevoegen in de GDV of verwijderen van geneesmiddelen uit de GDV.
- Evalueer het gebruik van de GDV rond één tot uiterlijk vier weken na de start ervan en daarna minimaal eenmaal per jaar.
Farmaceutische zorg GDV bij patiënten met professioneel verzorgende
- Maak met de thuiszorgorganisatie of de zorginstelling afspraken over de taken en verantwoordelijkheden in het medicatieproces en leg deze vast in een samenwerkingsovereenkomst.
- Spreek met de thuiszorgorganisatie of de zorginstelling een protocol af waarin de werkwijzen van deze organisaties over hoe om te gaan met GDV zijn vastgelegd.
Praktijkvoering
- Zorg dat in de apotheek de continuïteit voor de zorg bij GDV goed gewaarborgd is. Het heeft de voorkeur om voor GDV gespecialiseerde medewerkers op te leiden.
- Stel in de apotheek een beleid vast voor het gereedmaken van geneesmiddelen in GDV. Indien het gereedmaken wordt uitbesteed aan een externe leverancier, kies dan een betrouwbare leverancier en leg elkaars verantwoordelijkheden vast in een overeenkomst.
- Stel een protocol op waarmee op een verantwoorde wijze een goede medicatiebewaking plaatsvindt op de medicatie in de GDV.
- Samenvattingskaart KNMP-richtlijn GDV.pdf Downloaden
Inleiding
Reikwijdte
In de KNMP-richtlijn ‘Zorg voor patiënten met geneesmiddelen in geïndividualiseerde distributievorm’ staan aanbevelingen over de farmaceutische zorgverlening van de openbaar apotheker aan mensen met geneesmiddelen in een geïndividualiseerde distributievorm (GDV). Het doel van deze richtlijn is met behulp van GDV zorg op maat leveren voor mensen die ordeningsproblemen hebben met hun medicatie, waardoor hun geneesmiddelgebruik verbetert. Deze richtlijn is opgesteld met goede farmaceutische patiëntenzorg voor ogen en sluit aan bij de bestaande richtlijnen die de farmaceutische zorgverlening door de openbaar apotheker beschrijven. Bij geïndividualiseerde geneesmiddeldistributievormen gaat het om terhandstelling van geneesmiddelen, waarbij de distributievorm aan de individuele zorgbehoefte van de patiënt is aangepast. Voor het reguliere ter hand stellen bestaat de KNMP-richtlijn ‘Ter hand stellen’ en deze richtlijn is hier aanvullend op.
Geïndividualiseerde distributievorm
Een geïndividualiseerde distributievorm is een specifieke distributie- en verpakkingsvorm, waarmee de apotheker overzicht en ordening voor de patiënt aanbrengt in diens geneesmiddelen. In de GDV zijn bij het op naam stellen van geneesmiddelen, deze geneesmiddelen per dag en in de regel per tijdstip van inname geordend en gereed gemaakt in afzonderlijke compartimenteenheden. Een GDV kan verschillend van uiterlijk en vorm zijn, zoals een medicatierol, een dag- of weekcassette of een tray [1,2]. Niet alle geneesmiddelvormen kunnen in deze verpakkingen worden uitgezet. In de regel zijn alleen vaste orale geneesmiddelvormen, zoals tabletten en capsules geschikt voor opname in dit systeem.
Een GDV wordt door de apotheker meestal in gebruiksperiodes van één of twee weken aan de patiënt uitgegeven. Een langere uitgifteperiode of een kortere uitgifteperiode, bijvoorbeeld voor slechts één dag, is ook mogelijk. Een GDV kan worden ingezet voor patiënten in verschillende settings. Dit zijn de patiënt thuis met of zonder professioneel verzorgende of de patiënt in een zorginstelling. De setting heeft implicaties voor de inrichting van de zorg rondom GDV. In deze richtlijn staan aanbevelingen voor de farmaceutische zorg aan de patiënt die met GDV in staat is tot zelfmanagement. Ook komen er in deze richtlijn aanbevelingen aan bod voor de farmaceutische zorg aan de patiënt die niet meer in staat is tot zelfmanagement en die wordt geholpen door een professioneel verzorgende. Deze verzorgenden kunnen de patiënt in de thuissituatie verzorgen of in een zorginstelling.
Aanleiding voor farmaceutische zorg bij geïndividualiseerde distributievorm
Farmaceutische zorg bij GDV betekent zorg op maat voor de patiënt die in de regel meerdere geneesmiddelen gebruikt en daarbij ordeningsproblemen heeft. Voor een patiënt met meerdere geneesmiddelen zijn er diverse oorzaken aan te wijzen waardoor er een ordeningsprobleem ontstaat, zoals het niet synchroon lopen van innametijdstippen en/of een verminderde cognitie. Vaak wordt de patiënt met ordeningsproblemen bij zijn geneesmiddelgebruik ondersteund door een familielid of een andere mantelzorger. Het wegvallen van deze steun, bijvoorbeeld bij het overlijden van de partner, kan aanleiding zijn voor toepassing van een GDV. Ook na ontslag uit een instelling kan het vermogen van de patiënt om zijn geneesmiddelengebruik te ordenen tijdelijk of permanent verminderd zijn. Naast patiënten met meerdere geneesmiddelen kan een GDV goed geneesmiddelgebruik ondersteunen bij patiëntengroepen met een beperkt aantal geneesmiddelen, zoals patiënten met verslavingsproblematiek, een verstandelijke beperking of een handicap. Belangrijke reden waarom GDV veelal in instellingen wordt toegepast is de inwerkingtreding van de Geneesmiddelenwet. Sindsdien moet medicatie die in een zorginstelling aanwezig is en waar geen apotheek is altijd op naam van de patiënt zijn gesteld. Deze opnaamstelling van geneesmiddelen voor de patiënt gebeurt veelal door middel van een GDV [3].
Waarde geïndividualiseerde geneesmiddeldistributievorm
In verschillende onderzoeken is aangetoond dat het gebruik van een GDV de therapietrouw verbetert. Bovendien blijkt uit meerdere onderzoeken dat bloeddrukverlagende geneesmiddelen, antidiabetica, cholesterolverlagende middelen in GDV een beter effect op intermediaire punten hebben dan dezelfde middelen in reguliere verpakkingen. In één onderzoek is aangetoond dat gebruikers van GDV minder adequate kennis over hun medicatie hebben dan gebruikers van reguliere verpakkingen, maar dit had geen invloed op de therapietrouw [4].
Algemeen wordt aangenomen dat op de huidige manier van geautomatiseerd GDV gereedmaken met geautomatiseerde visuele controle de accuratesse verbetert in vergelijking tot handmatig gereedmaken van geneesmiddelen in een GDV. Bovendien is geautomatiseerd gereedmaken een snellere en efficiëntere methode dan handmatig gereedmaken. Tenslotte is in onderzoek aangetoond dat door meer focus op het medicatieproces door middel van GDV de medicatieveiligheid verbeterde [5].
Kengetallen geïndividualiseerde distributievorm
In 2011 verstrekte een openbare apotheek gemiddeld aan 181 mensen een GDV. Hierbij zijn de GDV-verstrekkingen vallend onder de AWBZ niet meegeteld. In vergelijking met 2010 steeg in het 2011 het aantal weekterhandstellingen met 22%. Acetylsalicylzuur was in 2011 het meest uitgegeven geneesmiddel in de GDV [6].
Farmaceutische zorg GDV bij patiënten in staat tot zelfmanagement
Signalering en analyse zelfmanagementprobleem met medicatie
Signalering
De apotheker begeleidt de patiënt in zijn geneesmiddelengebruik. Deze begeleiding bestaat onder meer uit bevordering van het zelfmanagement door educatie, praktisch advies en het zoveel mogelijk wegnemen van knelpunten, waardoor men bij regulier verpakte geneesmiddelen tot goed zelfmanagement en normaal geordend gebruik in staat is (zie KNMP-richtlijn Consultvoering). Als de patiënt niet meer in staat is tot ordening van de medicatie in reguliere verpakkingen dient dit gesignaleerd te worden. Deze signalering kan door de patiënt zelf, door zijn omgeving of door een zorgverlener of verzorgende geschieden. De apotheker signaleert ordeningsproblemen bij het geneesmiddelengebruik van de patiënt. Tijdens of na een episode in een ziekenhuis of verpleeghuis is de apotheker alert, omdat het vermogen van de patiënt tot zelfmanagement sterk kan zijn verminderd.
Analyse
De apotheker analyseert de gesignaleerde ordeningsproblemen van de patiënt. Hierbij overlegt hij met de patiënt en zo nodig met andere zorgverleners. Bij de adviezen die de apotheker geeft, gaat de apotheker uit van de autonomie en zelfredzaamheid van de patiënt. Bovenal houdt de apotheker het zelfmanagement van de patiënt in stand. De apotheker kan voor het verbeteren van het zelfmanagement:
- een schriftelijk innameschema verstrekken vergezeld van mondelinge voorlichting;
- een herhaalservice aanbieden, aangevuld met het synchroniseren van de aflevermomenten;
- remindertechnieken aanbieden om een patiënt op een bepaald tijdstip te helpen herinneren dat er medicatie moet worden ingenomen zoals een sms-dienst, een alarm op een horloge of een medicijnapp;
- een zelf door de patiënt of diens mantelzorger(s) te vullen weekcassette aanbieden;
- of een combinatie van bovenstaande middelen aanbieden.
De apotheker legt de analyse en afhandeling van gesignaleerde ordeningsproblemen vast in het patiëntendossier. Indien bovengenoemde aanpak en maatregelen niet (meer) tot een geordend geneesmiddelgebruik leiden, adviseert de apotheker over te stappen op een GDV. De beslissing voor deze overstap wordt genomen in samenspraak met de patiënt en in afstemming met de voorschrijver [7].
Starten met GDV
Intakeprocedure en opstellen zorgplan voor GDV
Bij de overstap op een GDV houdt de apotheker een intakeprocedure. Als onderdeel van deze intakeprocedure verricht de apotheker tenminste de volgende handelingen:
- gesprek met de patiënt en eventueel met diens mantelzorger over de gesignaleerde ordeningsproblemen, waarin de redenen voor het inzetten van de GDV zijn vastgesteld en waarbij een inschatting is gemaakt van de gezondheidsvaardigheden [8];
- opvragen van relevante zorggegevens van de patiënt bij de voorschrijver;
- vaststellen welke andere zorgverleners bij de patiënt betrokken zijn;
- verifiëren van de medicatie (inclusief zelfzorgmiddelen) en van het innameschema.
De apotheker legt deze gegevens naar aanleiding van de intakeprocedure vast in het patiëntendossier. Vervolgens stelt de apotheker een individueel zorgplan op. In dit plan zijn de volgende punten vastgelegd:
- distributievorm;
- actueel geneesmiddelengebruik;
- welke geneesmiddelen in de GDV kunnen en welke niet;
- innametijden geneesmiddelen;
- startdag;
- bezorging noodzakelijk;
- eventueel inzet van mogelijke hulpmiddelen ter ondersteuning van goed gebruik;
- oude medicatie retour apotheek;
- evaluatiemomenten.
De apotheker legt het opgestelde zorgplan vast in het patiëntendossier [9].
Aanvraag en autorisatie voorschriften GDV
De apotheker draagt zorg voor de aanvraag van voorschriften voor de GDV bij de voorschrijver. Het streven is dat geneesmiddelen in een GDV zijn voorgeschreven door één voorschrijver, namelijk de centrale voorschrijver [10]. De aanvraag van voorschriften doet de apotheker middels een opgesteld verzamelrecept voor een afgesproken periode. De apotheker ziet erop toe dat het verzamelrecept ondertekend wordt door de centrale voorschrijver en daarna teruggestuurd naar de apotheek. Toch komt het voor dat er meerdere voorschrijvers zijn bij één patiënt. Dan zorgt de apotheker er voor dat hij van deze voorschrijvers de ondertekende verzamelrecepten van de door hen geleverde zorg krijgt.
Ter hand stellen GDV
De apotheker stelt geneesmiddelen in GDV ter hand volgens de KNMP-richtlijn Ter hand stellen. Ter hand stellen is de hele zorg van intake, beoordelen van therapie, medicatiebewaking, gereed maken en uitgeven van geneesmiddelen, patiëntbegeleiding en dossiervorming dat voor elk geneesmiddelvoorschrift geldt. De aanbevelingen in de KNMP-richtlijn Ter hand stellen blijven gelden bij GDV. En de aanbevelingen in deze richtlijn zijn dus aanvullend hierop. De apotheker maakt bij een GDV gebruik van een aparte module in het Apotheek Informatie Systeem (AIS), namelijk een distributiemodule of een instellingenmodule. Elke patiënt die zijn geneesmiddelen ter hand gesteld krijgt via een GDV heeft een apart profiel met alle geneesmiddelen, doseringen én toedientijdstippen in deze module. Dit profiel is de basis voor het aanschrijven en het gereedmaken van de GDV. In dit profiel wordt de medicatie van de patiënt actueel en correct bijgehouden. Alles wat in dit profiel wordt ingebracht of gewijzigd, controleert vervolgens een tweede lid van het apotheekteam aan de hand van de door de arts geautoriseerde voorschriften. Tenslotte controleert dezelfde dag de apotheker de wijzigingen in het patiëntenprofiel. De apotheker maakt de GDV zelf gereed volgens de procedures in zijn kwaliteitssysteem of hij draagt het gereedmaken over aan een extern leverancier.
Bij de eerste terhandstelling van een GDV verricht de apotheker de volgende aanvullende handelingen:
- Verstrekken van een medicatieoverzicht met innametijden. In dit medicatieoverzicht zijn opgenomen zowel de geneesmiddelen in de distributievorm, als de geneesmiddelen die niet in de GDV gebruikt worden (inclusief de bij de apotheker bekende zelfzorgmiddelen);
- Geven van mondelinge en schriftelijke instructie over hoe de geneesmiddelen, evenals de distributievorm te gebruiken.
Daarbij besteedt de apotheker aandacht aan: wat te doen als de inname wordt vergeten, gebruik GDV tijdens vakantie en gang van zaken bij ziekenhuisopname; - Verschaffen van een recente bijsluiter voor elk individueel verpakt geneesmiddel [11].
Evaluatie eerste terhandstelling GDV
De apotheker evalueert het gebruik van de GDV één tot uiterlijk vier weken na de start. De apotheker schenkt hierbij tenminste aandacht aan:
- de wijze van gebruik, zoals het innemen op de afgesproken tijdtippen;
- de geschiktheid van de distributievorm, zoals het kunnen openen van de verpakking;
- de wijze van gebruik van de geneesmiddelen buiten de GDV;
- de evaluatie van werking en bijwerkingen, indien bij het starten van de GDV nieuwe geneesmiddelen zijn voorgeschreven en /of omdat geneesmiddelen mogelijk anders dan in de oude gebruikssituatie nu wel volgens voorschrift zijn ingenomen;
- mogelijke ondersteuning bij lage gezondheidsvaardigheden, zoals vaak bij laaggeletterdheid [12].
De apotheker legt uitkomsten van de evaluatie vast in het patiëntendossier.
Chronische zorg bij GDV
Aanvraag en autorisatie vervolgvoorschriften GDV
De apotheker draagt er zorg voor dat vervolgvoorschriften voor geneesmiddelen in de GDV worden aangevraagd door middel van een verzamelrecept bij de centrale voorschrijver en eventueel bij andere voorschrijvers voor een afgesproken voorschrijfperiode. De apotheker ziet erop toe dat deze vervolgvoorschriften in de vorm van een verzamelrecept door de voorschrijver ondertekend retour komen naar de apotheek.
Wijzigingen in GDV
De apotheker start, stopt of wijzigt geneesmiddelen in een GDV alleen als er een schriftelijke aanwijzing (voorschrift) is van de voorschrijver. In overleg met de voorschrijver wordt gekeken of de voorgeschreven aanpassing kan wachten tot de volgende uitgifte van de geneesmiddelen in GDV.
Dit heeft de voorkeur aangezien het handmatig toevoegen of verwijderen van geneesmiddelen in een GDV de kans op fouten vergroot. Als aanpassing toch direct noodzakelijk is, dan heeft het (laten) maken van een cito-GDV de voorkeur. Als dit niet mogelijk of wenselijk is dan zal de apotheker:
- bij de start van een geneesmiddel dit separaat ter hand stellen of handmatig toevoegen aan de GDV;
- bij stoppen van een geneesmiddel dit handmatig verwijderen uit de GDV;
- bij wijzigen van de sterkte of van het doseringsregime het geneesmiddel handmatig toevoegen, verwijderen of vervangen.
De handelingen van openen en sluiten van de GDV-verpakking geschieden in de apotheek en de wijziging wordt vermeld op de verpakking van de GDV. Voor alle handmatige aanpassingen van de GDV-verpakking geldt dat deze aanpassing door een tweede lid van het apotheekteam moet zijn gecontroleerd. De patiënt wordt op de hoogte gesteld van de medicatiewijzigingen. Hij ontvangt een nieuw medicatieoverzicht en indien nodig een bijsluiter.
Periodieke evaluatie gebruik GDV
De apotheker evalueert het gebruik van de GDV met de patiënt minimaal eenmaal per jaar en bij aanwijzingen van problemen. Dit is van belang voor goed en veilig geneesmiddelgebruik. Daarbij is de apotheker alert op een in de tijd gewijzigde zorgbehoefte van de patiënt. Deze kan wijzigen doordat de cognitie of de motoriek van de patiënt in de tijd verandert of doordat er geen mantelzorger meer is. De apotheker houdt er bovendien rekening mee dat de ingezette GDV bij een aantal patiënten in de ambulante situatie een keer vast kan gaan lopen en dat dan naar intensievere zorg verwezen moet worden. In sommige situaties kan deze intensievere zorg eventueel worden geleverd door middel van ondersteuning met domotica [13].
De apotheker legt de evaluatie vast in het patiëntendossier. Deze periodieke evaluatie betreft alleen het gebruik van de GDV en is geen medicatiebeoordeling (zie hiervoor de KNMP-richtlijn Medicatiebeoordeling).
Farmaceutische zorg GDV bij patiënt met professioneel verzorgende
Farmaceutische zorg GDV in een thuiszorgsituatie
De apotheker reikt bij een patiënt met professionele thuiszorg het geneesmiddel, na op naam stelling in een GDV, niet meer aan de patiënt zelf aan. Dit aanreiken is overgedragen aan de professioneel verzorgende van de thuiszorgorganisatie die de patiënt in zorg heeft.
De apotheker maakt met de thuiszorgorganisatie afspraken over de taken en verantwoordelijkheden van beide partijen in het medicatieproces. Deze afspraken zijn vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst. In deze samenwerkingsovereenkomst is vastgelegd dat volgens een goedgekeurd protocol wordt gewerkt. Dit protocol is van belang voor een veilig medicatieproces. In dit protocol is onder andere de werkwijze vastgelegd over:
- het werken met een uniforme toedienlijst [14];
- het aanreiken van geneesmiddelen in GDV;
- het starten, stoppen en wijzigingen van geneesmiddelen in GDV, maar ook van geneesmiddelen niet in de GDV;
- het in overeenstemming met de instructie van de apotheker voor toediening gereed maken van geneesmiddelen;
- het aanreiken van geneesmiddelen niet in GDV;
- het aanreiken van risicovolle medicatie [15];
- het registreren en afhandelen van fouten in het medicatieproces;
- het verstrekken van geneesmiddelinformatie, inclusief wijzigingen en aanvullende informatie over risico’s;
- de logistiek van de geneesmiddelen, inclusief het retour nemen van overgebleven of gestaakte medicatie;
- de evaluatiemomenten van het medicatieproces.
De apotheker neemt bij het maken van deze afspraken de ‘Veilige principes in de medicatieketen’ mee die zijn opgesteld voor de sectoren Verpleging, Verzorging en Thuiszorg (VVT-sector) door de Task Force Medicatieveiligheid [16].
Farmaceutische zorg GDV in een zorginstelling
Er bestaan verschillende soorten zorginstellingen, namelijk verzorgingshuizen, verpleeghuizen en instellingen voor een specifieke doelgroep. Alleen in het verzorgingshuis is de patiënt in eerste instantie zelf verantwoordelijk voor het zelfmanagement van zijn geneesmiddelengebruik, maar wanneer de patiënt niet meer in staat is tot zelfmanagement worden het beheer van de medicatie en de zorg voor goed gebruik overgedragen aan het verzorgingshuis. In de overige instellingen is het beheer en deze zorg altijd overgedragen aan de zorginstelling. De apotheker reikt dan na op naam stelling in een GDV de geneesmiddelen niet aan de patiënt zelf aan, maar aan de professioneel verzorgende van de zorginstelling die de patiënt in zorg heeft. Voor deze overgedragen farmaceutische zorg maakt de apotheker afspraken met de instelling over de verantwoordelijkheden en bevoegdheden. Deze afsprakenzijn vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst, waarin is vastgelegd dat er volgens een goedgekeurd protocol wordt gewerkt. In dit protocol is de werkwijze rondom GDV vastgelegd en bevat onder andere de eerder genoemde werkzaamheden. De apotheker gaat bij het maken van deze afspraken uit van de aanbevelingen van de ‘Veilige principes in de medicatieketen’ en de ‘Handreiking werkvoorraad in instellingen’ [16].
Praktijkvoering
Interne organisatie
Taakdelegatie
In de apotheek is een gevestigd apotheker aanwezig die eindverantwoordelijk is voor de farmaceutische zorg. Een aantal zorghandelingen in deze richtlijn wordt gedelegeerd aan tweede apothekers, farmaceutisch consulenten, apothekersassistenten, en andere apotheekmedewerkers. De gevestigd apotheker is verantwoordelijk voor deze taakdelegatie. De taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van alle leden van het apotheekteam zijn hierbij helder gedefinieerd. Het heeft de voorkeur om voor GDV gespecialiseerde medewerkers op te leiden, aangezien GDV gecompliceerde zorg is. De apotheker zorgt er voor dat de continuïteit voor de zorg bij GDV gewaarborgd is.
Beleid en uitbesteding
De apotheker stelt beleid vast voor het gereedmaken van geneesmiddelen in GDV. Dit houdt in dat de apotheker keuzes maakt over welke distributievormen hij zelf gereed maakt en over welke distributievormen hij bij het gereedmaken overdraagt aan een externe leverancier. Indien de apotheker het gereedmaken uitbesteedt aan een extern leverancier, kiest hij een betrouwbare leverancier die werkt volgens de Norm voor geautomatiseerde geneesmiddeldistributiesystemen (GDS).
De apotheker van de GDS-apotheek stelt de geneesmiddelen op naam en is daarom wettelijk gezien de ter hand stellende apotheker. De GDS-apotheker voert in de regel echter geen verdere patiëntgebonden zorgtaken uit welke binnen terhandstelling gelden. Daarom maakt de apotheker afspraken met de apotheker van de GDS-apotheek over het gereedmaken van geneesmiddelen in geïndividualiseerde distributievormen. Deze afspraken zijn vastgelegd in een overeenkomst, waarin onder andere is vastgelegd wie verantwoordelijk is voor welke zorgonderdelen van de terhandstelling van geneesmiddelen in GDV [17].
Medicatiebewakingsmodule
De apotheker borgt de medicatiebewaking bij GDV, aangezien dit van belang is voor een goed en veilig geneesmiddelgebruik. De apotheker stelt afhankelijk van de ondersteuning die het AIS biedt, een protocol op waarmee op een verantwoorde wijze een goede medicatiebewaking plaatsvindt op de (continue) medicatie in de GDV. Op deze wijze zorgt de apotheker voor:
- correcte parameters van de medicatiebewaking in de distributie- of instellingenmodule van het AIS
(zie KNMP-richtlijn Medicatiebewaking); - binnen 24 uur controle van alle wijzigingen in het medicatieprofiel met de bijbehorende medicatiebewakingssignalen;
Kwaliteitsevaluatie en verantwoording
Om de kwaliteit van de zorg voor patiënten met GDV volgens deze richtlijn te evalueren en te verbeteren past de apotheker kwaliteitsmetingen toe. Hij sluit hierbij waar mogelijk aan bij de instrumenten die door de beroepsgroep zijn aanvaard.
Externe organisatie
Ketenzorg
De apotheker zal in ketenzorgverband tot een hogere kwaliteit van farmaceutische zorg komen indien verdergaande inhoudelijke en organisatorische afspraken gemaakt zijn met ketenpartners. Deze afspraken betreffen tenminste:
- het signaleren van een ordeningsprobleem;
- de start van de GDV;
- start-stop-wijzigen van vervolgvoorschriften in GDV;
- de autorisatie van GDV-voorschriften;
- het uitwisselen van zorggegevens;
- de evaluatie van de GDV-zorg inclusief fouten- en klachtenregistraties;
- inrichting zorg als professioneel verzorgende in thuiszorgsituatie geneesmiddelen aanreikt;
- inrichting zorg als patiënt in zorginstelling woont
Gerelateerde richtlijnen en normen
Totstandkoming
De KNMP-richtlijn 'Zorg voor patiënten met geneesmiddelen in een geïndividualiseerde distributievorm' is opgesteld onder verantwoordelijkheid van de Wetenschappelijke Sectie Openbaar apothekers (WSO) van de KNMP. Het algemene doel van KNMP-richtlijnen is het verschaffen van duidelijkheid van welke zorg de patiënt van de apotheker mag verwachten, het verkleinen van praktijkvariatie en het verhogen van de kwaliteit van de farmaceutische zorgverlening.
Deze richtlijn is ontwikkeld door drs L.G.M. Mulder-Wildemors, dr H.F. Kwint, dr H. Buurma en dr. B.J.G. Daemen. De richtlijn werd ontwikkeld volgens de WSO-procedure ‘Ontwikkeling KNMP-richtlijnen voor de openbaar apotheker’.
Bij het tot stand komen van de aanbevelingen is getracht deze te onderbouwen met de beschikbare literatuur. Literatuur over geïndividualiseerde distributievormen is beperkt voorhanden. Literatuur is gezocht in Pubmed en Cochrane met de termen ‘reminder packaging’, ‘multi-dose drug dispensing’, ‘multi compartment compliance aid’, ‘automated (dose) dispensing’ over een periode van jan 1992 t/m juni 2013. Bovendien is het archief van het Pharmaceutisch Weekblad en de KNMP-site gescreend op informatie over tray, medicatierol, Baxter en weekcassette. Waar geen literatuur voorhanden is, is bij de ontwikkeling van de aanbevelingen van practice based experience uitgegaan.
Concepten werden voor commentaar voorgelegd aan de Special Interest Group Productzorg van de WSO en aan drs OSNM Smeets en drs. S.Y. Chuah van de werkgroep herziening GDS-norm. De richtlijn is op juridische aspecten beoordeeld door prof. mr. M.H. Schutjens. Verder is de richtlijn becommentarieerd door de Nederlandse vereniging voor poliklinische farmacie (NVPF), door de Nederlandse vereniging voor ziekenhuisapothekers (NVZA), door het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG), door Verenso en door het platform GDS-bedrijven in de farmacie. Dit betekent niet dat deze verenigingen deze richtlijn ook op alle onderdelen onderschrijven. De richtlijn geautoriseerd door de autorisatiecommissie van de KNMP op 12 september 2013. Deze autorisatie is geldig voor de duur van 5 jaar. Na autorisatie ziet de WSO erop toe dat de richtlijn blijft voldoen aan de actuele stand van de wetenschap en de praktijk. Herziening (op onderdelen) vindt plaats zo vaak als nodig.
Kennislacunes in deze richtlijn zullen in de vorm van onderzoeksvragen nader moeten worden benoemd en in een later stadium moeten worden onderzocht. De WSO roept de KNMP-leden op aanvullingen, commentaar en kennislacunes over dit onderwerp aan te dragen bij richtlijnen@knmp.nl.
De ontwikkeling van deze richtlijn is gefinancierd uit gelden van de KNMP. Hoewel bij het verzamelen en verwerken van gegevens uiterste zorgvuldigheid is betracht, kan de KNMP geen enkele aansprakelijkheid aanvaarden voor schade die zou kunnen voortvloeien uit drukfouten of andere onjuistheden.
Afkortingen
Afkorting | Betekenis |
AIS | Apotheek Informatie Systeem |
AWBZ | Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten |
CIZ | Centrum Indicatiestelling Zorg |
GDV | Geïndividualiseerde DistributieVorm |
GDS | Geautomatiseerde geneesmiddelDistributie Systemen |
NAN | Nederlandse Apotheek Norm |
SFK | Stichting Farmaceutisch Kengetallenlandelijke richtlijnen of lokale afspraken als zodanig geïnterpreteerd dat het voorschrijven van obsolete middelen die vanwege grotere risico’s geen plaats meer hebben in de vigerende behandelrichtlijnen niet onder dit exclusiecriterium valt |
Professionele Standaard
De Professionele Standaard Farmaceutische Zorg geeft aan welke zorg patiënten van hun apotheker mogen verwachten. De richtlijnen, normen en zorgstandaarden die horen bij het zorgproces vormen samen de Professionele Standaard. Zo ook de KNMP-richtlijn Geïndividualiseerde Distributievormen (GDV).
De Professionele Standaard geeft aan wat goede farmaceutische zorg is, namelijk:
- veilig, patiëntgericht, effectief en doelmatig;
- wettelijk verankerd in de Zorgverzekeringswet en de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz);
- afgestemd op de laatste wetenschappelijke en praktijkgerichte ontwikkelingen.
De wet geeft beroepsgroepen de ruimte om zelf invulling te geven aan het begrip goede zorg. Apothekers verbeteren de kwaliteit van de farmaceutische zorg door de Professionele Standaard toe te passen. Daarmee is de Professionele Standaard een collectieve verantwoordelijkheid van alle KNMP-leden. De Standaard zorgt voor duidelijkheid richting de patiënt, andere zorgverleners en zorgverzekeraars en vormt het toezichtkader voor de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ).
Noten
- KNMP-richtlijn Geïndividualiseerde Distributievorm (GDV) Noten.pdf Downloaden
Referenties
- KNMP-richtlijn Geïndividualiseerde Distributievorm (GDV) Referenties.pdf Downloaden