De KNMP heeft op 26 september 2025 een brief gestuurd aan de Tweede Kamer waarin zij aandacht vraagt voor de beoogde wijzigingen binnen het geneesmiddelenbeleid. In de brief pleit de apothekersorganisatie onder meer voor de verbetering van de beschikbaarheid van geneesmiddelen, versoepeling van het preferentiebeleid, stimulering van productie in Nederland en West-Europa, en een verdere uitbouw van geneesmiddelenvoorraden. Ook uit de KNMP haar zorgen over de gevolgen van de toepassing van UPV medicijnen en cosmetica.
De KNMP geeft in de brief aan de Tweede Kamer aan blij te zijn met de afspraken in het Aanvullend Zorg- en Welzijnsakkoord (AZWA) om de beschikbaarheid van geneesmiddelen te verbeteren. De dagelijkse praktijk vraagt echter om hier meer snelheid op te maken. Bijvoorbeeld door bij tekorten tot een versnelde informatievoorziening in de hele keten te komen, via de frequenter uit te leveren G-Standaard, en een uniforme declaratieafhandeling om administratieve lasten te reduceren. Ook zou het helpen als de apotheker een geneesmiddel kan omzetten naar een alternatief zonder nieuw recept van de voorschrijver.
Daarnaast vraagt de KNMP om versoepeling van het preferentiebeleid met ruimere uitloop- en overlooptermijnen. Het advies is om naar modellen te kijken, zoals het uitsluiten van bepaalde middelen van het preferentiebeleid (onderkant van de markt) of het voeren van een regionaal preferentiebeleid.
Ook onderstreept de KNMP de zorgen die de minister van VWS deelt in de Kamerbrief van 26 juni 2025 over de toepassing van de Uitgebreide Producten Verantwoordelijkheid (UPV) medicijnen en cosmetica. De geschatte kosten van deze maatregel (€ 400 miljoen per jaar) kunnen grote gevolgen hebben voor de beschikbaarheid van geneesmiddelen, omdat deze kosten niet door geneesmiddelenproducenten kunnen worden geabsorbeerd.