Voormalig minister Agema van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) heeft de Tweede Kamer per brief geïnformeerd over haar inzet om de farmaceutische zorg in Nederland te versterken en toekomstbestendig te maken. In haar brief staat een aantal randvoorwaarden zoals medicatieveiligheid, medicatieoverdracht, voldoende personeel en samenwerking tussen zorgverleners. Ook rapporteert ze over gesprekken met een groot aantal mensen over het gebruik van cholesterolverlagers en de voorschrijfdruk van ADHD-medicatie. Daarnaast is er aandacht voor zorg rondom het minderen en stoppen van geneesmiddelen. De bewindspersoon benadrukt dat de openbaar apotheker een belangrijke rol heeft in de ontwikkeling van een toekomstbestendige, sterke eerstelijnszorg. ‘De apotheker is, samen met de huisarts, wijkverpleegkundige en het sociaal domein een herkenbaar punt in de wijk.’
Verbeteren van medicatieveiligheid
De minister onderschrijft dat samenwerking essentieel is voor het verbeteren van medicatieveiligheid. Het zorgveld moet eerst zelf de samenwerking organiseren en de adviezen uit het rapport uitvoeren. Over de randvoorwaarden hiervoor schrijft de minister: ’Ik ondersteun het zorgveld actief bij het invullen van de belangrijke randvoorwaarden die hiervoor nodig zijn’.
De resultaten van dit onderzoek laten zien dat apothekers een belangrijke rol spelen in het bevorderen van medicatieveiligheid. Met name daar waar apothekers zelf verbeteringen kunnen doorvoeren, zoals het borgen van preventieve co-medicatie, zijn in de afgelopen jaren aanzienlijke stappen gezet. Echter, in situaties waar de afstemming complexer is en zorgverleners afhankelijk zijn van bepaalde randvoorwaarden, blijft er ruimte voor verdere verbetering. De KNMP ziet dit als belangrijke aanknopingspunten voor verdere uitwerking en implementatie. En onderschrijft dan ook de door de onderzoekers geformuleerde randvoorwaarden die de uitvoering van de aanbevelingen kunnen bevorderen: (1) betere samenwerking tussen zorgverleners op landelijk, regionaal en lokaal niveau, (2) verbeterde gegevensuitwisseling en beslisondersteuning, (3) passende bekostiging en (4) een beter geïnformeerde patiënt. De KNMP waardeert de actieve ondersteuning van de minister bij het invullen van deze randvoorwaarden.
Voldoende personeel
Agema uit haar zorgen over het personeelstekort in de apotheekzorg, omdat openbare apotheken, een cruciale rol in de zorgketen vervullen. Daarom liet de minister onderzoek doen naar de huidige arbeidsmarkt van openbare apotheken. Hieruit blijkt dat driekwart van de apotheken het afgelopen jaar uitstroom van apothekersassistenten kenden, en bijna 1 op de 5 ook van apothekers. Salaris is de belangrijkste reden voor vertrek van assistenten. Het recent gesloten CAO-hoofdlijnenakkoord brengt hierin grote verbetering. Voor werkdruk, werkplezier en waardering werkt de minister aan een verbeterplan met betrokkenen.
Medicatieoverdracht
De uitwisseling van medicatiegegevens is complex en vraagt inzet van alle betrokkenen, schrijft de minister. Het landelijk Programma Medicatieoverdracht werkt aan complete, actuele medicatiegegevens voor zorgverleners en patiënten, met als doel medicatie-incidenten te voorkomen, medicatieveiligheid te verbeteren en administratieve lasten te verminderen.
Dit programma maakt deel uit van het stimuleringsprogramma VIPP Farmacie, gericht op versnelling van informatie-uitwisseling tussen patiënt en professional. Het programma, inclusief subsidieregeling, is door VWS opgesteld voor openbare apotheken, poliklinische en dienstapotheken. Een ander onderdeel van VIPP Farmacie is vernieuwing van de medicatiebewaking op basis van goede beslisondersteuning in de openbare apotheken, zodat de medicatieveiligheid verder wordt verbeterd.
De eerste implementatie van de elektronische uitwisseling van medicatiegegevens vindt plaats in de Kickstartregio’s Rijnmond en Friesland. Op basis van deze ervaringen wordt de uitrol stapsgewijs uitgebreid, met als doel betere medicatieveiligheid en minder administratieve lasten. De minister kijkt uit naar de eerste praktische resultaten.
Gepast gebruik, ‘farmaceutische zorg niet gebonden aan verstrekking’ en bekostiging
Bij gepast gebruik van cholesterolverlagers, opioïden en ADHD-medicatie concludeert de minister dat de koepelorganisaties van huisartsen, specialisten, apothekers en de Patiëntenfederatie Nederland zicht hebben op de ervaren diagnose- en voorschrijfdruk onder huisartsen en andere voorschrijvers en dat in hun kwaliteitsstandaarden en richtlijnen voldoende aandacht voor dit onderwerp is.
De minister stelt dat farmaceutische zorg los van geneesmiddelverstrekking weinig wordt geleverd. Als het gaat om het mogelijk maken van meer medicatie-evaluaties, geeft de minister aan dat er volgens het Zorginstituut Nederland (ZIN) en de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) geen belemmeringen zijn in de aanspraak en bekostiging. Dat ziet de KNMP anders. De landelijke zorgprestaties worden niet door alle zorgverzekeraars gecontracteerd en de facultatieve prestaties gelden meestal voor een deel van de patiënten in een apotheek. Om te komen tot het meer passend inzetten van zorgprestaties zonder verstrekken van geneesmiddel, is de minister in gesprek met de KNMP, ZN en andere relevante partijen. Daarvoor is het nodig om gezamenlijk te komen tot een definitie van medicatie-evaluaties door het veld, die houvast kan geven in de verschillende gesprekken over de zorginhoud en de bekostiging ervan.