Dankzij twee amendementen van GroenLinks/PvdA wordt de verplichting tot het aanleveren van een openbare jaarverantwoording naar verwachting voor een substantieel deel van de eerstelijnszorgaanbieders teruggebracht tot maximaal drie vragen. De Eerstelijnscoalitie noemt het een belangrijke stap in het verminderen van de administratieve regeldruk voor zorgaanbieders.
Wat houden de amendementen in?
De eerste wetswijziging maakt het mogelijk om afzonderlijke regels voor micro-zorgaanbieders te stellen. Hiermee kan de jaarverantwoordingsplicht voor micro-zorgaanbieders worden teruggebracht tot maximaal drie vragen (identiteit, aantal zorgverleners en aantal cliënten) in plaats van een hele vragenlijst, zoals nu het geval is. Ook wordt voor micro-zorgaanbieders mogelijk gemaakt dat de jaarverantwoording (gedeeltelijk) niet openbaar hoeft te worden gemaakt.
Het tweede amendement regelt dat nieuwe zorginstellingen, ook instellingen met 10 of minder zorgverleners, een vergunning moeten aanvragen. Dat geldt niet voor bestaande zorginstellingen die zorg verlenen met 10 of minder zorgverleners. Zij krijgen met dit amendement automatisch (van rechtswege) een vergunning en hoeven geen nieuwe vergunning aan te vragen. De ELC stelt dat het belangrijk is en blijft kritisch, dat een wijziging in de rechtsvorm van een bestaande aanbieder niet wordt gezien als ‘volledig nieuw’ zodat er niet opnieuw een vergunningsaanvraag moet worden ingediend. Hierover is de ELC in overleg.
Julian Bushoff, Tweede Kamerlid voor GroenLinks/PvdA, initiatiefnemer van beide amendementen: “Met deze wetswijzigingen wordt de balans gevonden tussen enerzijds de wens van het veld én de Tweede Kamer om de bureaucratie/administratieve last in de zorg te verminderen en anderzijds een proportionele vorm van verantwoording en toezicht behouden. Ik ben erg blij dat de Kamer onze voorstellen heeft gesteund. Een belangrijke stap op weg naar meer vertrouwen voor zorgmedewerkers en een proportionele verantwoording.”
Wanneer ben je een micro-aanbieder?
Je bent voor de Nederlandse wet op dit moment een micro zorgaanbieder als je voldoet aan twee van de drie criteria op twee opeenvolgende balansdata:
-
Een balanstotaal van maximaal 450.000 euro;
-
Een netto-omzet van maximaal 900.000 euro;
-
Maximaal 10 fte medewerkers in loondienst (zzp-ers, zoals waarnemers tellen niet mee).
Over de uitwerking van het nieuwe micro-regime gaat de ELC nog verder in gesprek. Uitgangspunt is het toegankelijk en minimalistisch te houden.
Goede eerste stap
De ELC is verheugd dat beide wetswijzigingen zijn aangenomen door de Tweede Kamer. De verwachting is dat de voorgestelde wetswijzigingen voor een substantieel deel van de achterban een behoorlijke verlichting van administratieve lasten betekenen. Loubna Boufrach, coördinator van de ELC: “Als ELC hebben we altijd gepleit voor een algehele uitzondering van de eerstelijnszorg. Dit bleek echter niet haalbaar, vanwege de wettelijke taak van de NZa. Zij stellen deze informatie nodig te hebben. Daarom zijn we samen met VWS en politiek verder gaan kijken naar een zo minimalistische variant. Ik denk dat we daar goed in zijn geslaagd en dat dit lichte regime voor een naar verwachting substantieel deel van onze achterban een grote verlichting betekent. Natuurlijk hadden we graag gezien dat de verantwoording voor alle eerstelijnszorgaanbieders beperkt blijft tot drie vragen. Daarvoor zullen we aandacht blijven vragen bij politiek en stakeholders.“
Intern toezicht
De Wtza-verplichting intern toezicht in te richten voor praktijken met meer dan 25 zorgmedewerkers valt niet onder deze wetswijzigingen. De minister laat op dit moment een verkenning uitvoeren naar een mogelijke verhoging van de getalsgrens. De ELC is hierbij betrokken. De inzet blijft hierbij een verhoging van de getalsgrens naar 50 medewerkers, in lijn met de WOR en de Governance Code Zorg 2022. De uitkomst van de verkenning wordt naar verwachting voor de zomer gepubliceerd.
Hoe nu verder?
Minister Helder (VWS) heeft tijdens het Kamerdebat over beide amendementen aangegeven dat zij zo snel mogelijk een internetconsultatie zal opstarten. Ook heeft zij aangegeven de ELC te betrekken bij de uitwerking van de wetswijziging in de Regeling openbare jaarverantwoording WMG. Ze hoopt dat de nieuwe regelgeving in kan gaan per 1 januari 2025 (boekjaar 2024). Dit is gelijktijdig aan het einde van de pauze voor de jaarverantwoording. Onder voorwaarde dat de Eerste Kamer akkoord gaat met beide amendementen.
Loubna Boufrach: “Als ELC zien we deze wetswijziging als een start van een beweging van een verdere lastenverlichting voor eerstelijnszorgaanbieders. We zullen dan ook aandacht blijven vragen voor de gevolgen van de stapeling van administratieve lasten in de praktijk als gevolg van nieuwe wetten en regels die raken aan het praktijkhouderschap. Zoals de verplichting tot het inrichten van intern toezicht, maar ook de verplichtingen die voortkomen uit een wet als de Wibz. Er valt nog genoeg te doen.”