Bekijk op deze pagina de veelgestelde vragen en antwoorden over het Integraal Zorgakkoord (IZA).
Veelgestelde vragen
Eind oktober is gestart met het traject dat moet leiden tot een visie op de versterking van de eerstelijnszorg en een daaraan gekoppeld plan van aanpak. De visie richt zich op het jaar 2030, terwijl het plan van aanpak zich richt op activiteiten rondom de uitvoering van deze visie in de periode 2023-2026. In het IZA is afgesproken om deze visie en plan van aanpak op te stellen.
De 14 partijen die landelijk een actieve rol spelen in de eerstelijnszorg hebben hun krachten gebundeld en samen een kerngroep geformeerd. Na een bestuurlijke kick off-bijeenkomst met onder meer de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de minister voor Langdurige Zorg en Sport zijn de partijen aan de slag gegaan.
Naast de kerngroep is er een werkgroep met zorgprofessionals. Met deze werkgroep wordt de concrete versterking van de eerstelijnszorg op het niveau van een wijk verkend; dat gebeurt aan de hand van een aantal (fictieve) cases.
De volgende partijen vormen samen de kerngroep: Actiz, InEen, KNGF, KNMP, NHG, NVAVG, Paramedisch Platform Nederland, Patiëntenfederatie Nederland, Vereniging van Nederlandse Gemeenten, Verenso, Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland, ZorgthuisNL, Zorgverzekeraars Nederland en het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
De KNMP volgt als buitenring-partij ook de vervolgafspraken die de binnenring-partijen met elkaar maken over voor apothekers relevante punten. Via onze informele contacten proberen we daarop ook onze inbreng te leveren. Concreet gaat het daarbij over het beoordelingskader voor transformatiemiddelen zoals dat momenteel wordt opgesteld. Dit betreft een verdere uitwerking van afspraken die al in het IZA gemaakt zijn. Transformatiemiddelen worden ingezet om de noodzakelijke zorgtransformatie naar arbeidsbesparende, passende zorg te realiseren en/of te versnellen. Van deze transformatiemiddelen is zo'n 1,3 miljard beschikbaar voor alle partijen voor plannen die bijdragen aan de doelstellingen van het IZA. De inzet van transformatiemiddelen is incidenteel, voor een bepaalde periode van maximaal 5 jaar, en dus niet structureel. Wanneer de criteria voor het beoordelingskader voor transformatiemiddelen vaststaan, zullen deze worden gedeeld met de buitenring-partijen. Op basis van deze criteria kunnen zorgtransformaties worden aangemeld voor transformatiemiddelen. Er is op voorhand geen oormerking per regio of per thema.
Hierbij is ook van belang dat over het opstellen/herijken van regiobeelden is afgesproken dat dit gezamenlijk gebeurt door een afvaardiging van de regionale zorgaanbieders, zorgverzekeraars en gemeenten.
Zodra de KNMP meer informatie heeft over het beoordelingskader, zullen we die met de leden delen. Andersom geldt dat als leden in de regio tegen belemmeringen aanlopen die vragen om een signaal naar het landelijke niveau, de KNMP hierover graag wordt geïnformeerd. Dat kan door contact op te nemen met Aad Noordermeer, via a.noordermeer@knmp.nl.
Het initiatief tot het opstellen van het regiobeeld voor de zorgkantoorregio wordt genomen door de marktleider zorgverzekeraar samen met de door de gemeenten in de regio aangewezen gemeente. Samen maken zij een procesvoorstel en planning en leggen dit ter goedkeuring voor aan de regionale zorgpartijen en gemeenten. De hiervoor genoemde afvaardiging maakt afspraken met de zorgprofessionals in hun organisaties over hoe hun vertegenwoordiging, betrokkenheid en inhoudelijke inbreng bij het opstellen van regiobeelden worden geborgd. Bijzondere aandacht in dit proces verdient de inbreng van burgers en patiënten. Rondom specifieke transformatieplannen of netwerken wordt daarentegen gewerkt met kleinere groepjes van natuurlijke partners die daadwerkelijk met elkaar de transformatie voor elkaar moeten krijgen.